De recente beslissing van de federale regering over de invoering van een meerwaardebelasting zorgt voor heel wat hoofdbrekens bij Belgische ondernemers en investeerders. Eind 2025 vindt namelijk wat men noemt 'het grootste economische fotomoment' in ons land plaats. Op 31 december 2025 wordt een 'foto' genomen van de waarde van elk bedrijf, die als ijkpunt zal dienen voor de berekening van eventuele meerwaardebelasting in de toekomst.

Bij TaxCalCul merken we dat veel van onze klanten met vragen zitten over deze nieuwe regeling. In deze blogpost zetten we de belangrijkste informatie op een rij en geven we praktisch advies over hoe u zich als ondernemer het beste kunt voorbereiden.

Drie methodes voor waardebepaling

De regering heeft drie manieren voorgesteld om de waarde van uw bedrijf aan te tonen:

1. De standaardformule: Deze eenvoudige berekening bestaat uit het eigen vermogen van het bedrijf plus vier keer de bedrijfskasstroom (ebitda). Hoewel dit de meest toegankelijke methode is, vooral voor kleine ondernemingen, wijzen experts erop dat deze formule veel bedrijven aanzienlijk kan onderwaarderen. Volgens Vlerick Business School worden bedrijven vandaag gemiddeld gewaardeerd op zes keer de ebitda min de nettoschuld, en voor sommige sectoren liggen die multiples nog hoger.
   
   
2. Officiële transactie met een derde partij: U kunt zich baseren op de prijs van een officiële transactie met een derde partij die in 2025 heeft plaatsgevonden, zoals een kapitaalverhoging of de verkoop van een aandelenpakket.
   
   
3. Waardebepaling door een revisor of accountant: Zij krijgen de tijd tot eind 2026 om een waardebepaling te doen, op basis van de cijfers van 2025. Opvallend is dat de fiscus de mogelijkheid krijgt om het oordeel van deze professionals te betwisten.

Welke methode past bij uw situatie?

De 'ideale' methode verschilt per sector en per bedrijf:

• Voor kleine ondernemingen kan de standaardformule een werkbare oplossing zijn, zeker als de kosten van een revisor of accountant te hoog oplopen.
• Voor start-ups is de formule vaak niet bruikbaar, omdat ze nog een negatieve ebitda hebben of omdat in deze sector typisch veel hogere multiples worden gehanteerd.
• Voor snel groeiende bedrijven kunnen enkele maanden tijd een groot verschil maken in de waardering.

Veel adviseurs raden aan om, indien mogelijk, de waarde te bewijzen aan de hand van officiële transacties. Een kapitaalronde met een derde partij biedt wellicht het meeste houvast, maar dan bij voorkeur vóór 1 januari 2026.

Niet alleen het 'fotomoment' telt

Belangrijk om te weten is dat niet alleen de 'foto' op 31 december 2025 telt. Ook beslissingen die u vandaag neemt, kunnen gevolgen hebben voor de waardering van uw bedrijf op het einde van het jaar. Denk aan het uitwerken van aandelenoptieplannen of interne herstructureringen.

De regels rond 'aanmerkelijk belang'

Een ander belangrijk aspect van de nieuwe regelgeving betreft het 'aanmerkelijk belang': wie minstens 20 procent in een bedrijf heeft, krijgt een vrijstelling tot 1 miljoen euro. Daarna stijgt het tarief getrapt tot een belasting van 10 procent voor meerwaarden vanaf 10 miljoen euro.

Dit kan complexe gevolgen hebben:

• Het kan de kapitaalwerving bemoeilijken
• Voor start-ups met meerdere oprichters wordt de ruimte om extra kapitaal op te halen beperkt
• Wie net niet aan 20 procent zit, kan overwegen wat aandelen bij te kopen

Praktijkvoorbeelden

Om de impact van de meerwaardebelasting te verduidelijken, bekijken we drie scenario's:

Scenario 1: De snackbar uitbater

Jef is voor 100 procent eigenaar van een snackbar met een jaaromzet van 150.000 euro, een ebitda van 55.000 euro en een eigen vermogen van 75.000 euro. Volgens de standaardformule wordt zijn zaak gewaardeerd op 295.000 euro. Als hij zijn snackbar volgend jaar voor 350.000 euro verkoopt, bedraagt de meerwaarde 55.000 euro. Omdat dit minder is dan 1 miljoen euro en hij meer dan 20 procent van de vennootschap bezit, is Jan geen meerwaardebelasting verschuldigd.

Scenario 2: De softwareondernemer

Johan bezit 10 procent van een softwarebedrijf met een ebitda van 400.000 euro en een eigen vermogen van 150.000 euro. Bij verkoop van zijn aandelen voor 320.000 euro en een waardering volgens de standaardformule van 1,75 miljoen euro, zal hij 13.500 euro meerwaardebelasting betalen. Hij kan echter overwegen een revisor in te schakelen voor een mogelijk hogere waardering.

Scenario 3: Het familiebedrijf

Een familiebedrijf met een ebitda van 9 miljoen euro heeft verschillende familieleden als aandeelhouders. Bij verkoop van aandelen zal de belasting verschillen naargelang het aandelenpercentage: wie meer dan 20 procent bezit, geniet van een vrijstelling van 1 miljoen euro.

Hoe TaxCalCul u kan helpen

Als erkend boekhoudkantoor met ruim 40 jaar ervaring staan wij klaar om u te begeleiden bij deze complexe materie. Onze experts kunnen:

• U adviseren over de meest geschikte waarderingsmethode voor uw specifieke situatie
• Helpen bij het voorbereiden van de nodige documentatie
• Strategisch advies geven over transacties en herstructureringen die vóór het 'fotomoment' kunnen plaatsvinden
• De impact van de nieuwe belasting op uw toekomstplannen in kaart brengen

Conclusie

2025 wordt ongetwijfeld een druk jaar voor ondernemers, revisoren, accountants, belastingadviseurs en notarissen. Hoewel de nieuwe meerwaardebelasting voor onzekerheid zorgt, hoeft dit u niet te weerhouden van ondernemen. Wel is het belangrijk om tijdig de juiste voorbereidingen te treffen.

Neem contact op met TaxCalCul voor een persoonlijk adviesgesprek over hoe u zich optimaal kunt voorbereiden op het komende 'fotomoment' en de gevolgen van de meerwaardebelasting voor uw specifieke situatie.

Disclaimer: Deze blogpost is gebaseerd op de informatie die beschikbaar was op het moment van publicatie. Aangezien de wetgeving nog in ontwikkeling is, kunnen er wijzigingen optreden. Raadpleeg altijd een professioneel adviseur voor actueel advies toegespitst op uw persoonlijke situatie.

Bron: De Tijd