
Als ondernemer of investeerder heeft u ongetwijfeld gehoord over de nieuwe meerwaardebelasting die vanaf 1 januari 2026 van kracht wordt in België. Na maanden van onderhandelingen is er eindelijk een akkoord bereikt over deze 'solidariteitsbijdrage' van 10 procent. Hoewel de contouren inmiddels duidelijk zijn, leven er nog veel vragen bij ondernemers en investeerders. In deze blogpost beantwoorden we de 10 meest gestelde vragen om u wegwijs te maken in deze nieuwe belastingregeling.
1. Wie valt onder de meerwaardebelasting?
De meerwaardebelasting is een personenbelasting en geldt alleen voor natuurlijke personen. Ook juridische structuren met fiscale transparantie, zoals de burgerlijke maatschap, vallen onder deze belasting. Daarnaast kunnen bepaalde rechtspersonen zoals vzw's en stichtingen onder de belasting vallen, tenzij het gaat om fiscaal erkende verenigingen die aftrekbare giften ontvangen.
Vennootschappen zijn uitgesloten van deze belasting. Als u met uw (management-)vennootschap een belang in een bedrijf verkoopt, wordt dit niet belast via de meerwaardebelasting, maar zoals nu al het geval is via de vennootschapsbelasting.
2. Welke financiële producten worden belast?
Niet alle financiële producten vallen onder de meerwaardebelasting. Wie alleen een zichtrekening, spaarboekje of termijnrekening heeft, wordt niet onderworpen aan deze belasting. Ook fiscale pensioenspaarproducten zoals een pensioenspaarfonds, pensioenspaarverzekering of langetermijnsparen blijven vrijgesteld, evenals het aanvullend pensioen dat u via uw werkgever opbouwt.
De belasting richt zich op vier categorieën van producten:
- Financiële activa: beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde aandelen, obligaties, beleggingsfondsen, ETF's (trackers), geldmarktinstrumenten en derivaten (opties, futures, swaps)
- Verzekeringscontracten: niet-fiscale spaarverzekeringen (tak 21, tak 26) en beleggingsverzekeringen (tak 23)
- Cryptoactiva: verschillende vormen van cryptovaluta
- Valuta: waaronder ook fysiek goud (door Europa erkende gouden munten)
Inkomsten die al belast worden via de roerende voorheffing, zoals dividenden en intresten, vallen niet onder de meerwaardebelasting.
3. Hoe wordt de meerwaarde berekend?
U wordt alleen belast op het moment dat u een meerwaarde realiseert, dus bij verkoop. De meerwaarde wordt berekend door de verkoopprijs te verminderen met de aankoopprijs. Hierbij wordt geen rekening gehouden met betaalde (beurs-)taksen of kosten.
Belangrijk: alleen meerwaarden die opgebouwd worden na 31 december 2025 zullen worden belast.
Voor aankopen die u vóór deze datum heeft gedaan, zijn er twee mogelijkheden:
- De koers van 31 december 2025 wordt genomen als startwaarde
- U kunt ervoor kiezen de effectieve aankoopwaarde te nemen als die hoger lag (deze optie is beschikbaar tot 31 december 2030)
Voorbeeld: U kocht in 2015 aandelen voor 100 euro.
- Scenario 1: Op 31 december 2025 zijn de aandelen 120 euro waard. U verkoopt ze in 2026 voor 150 euro. De belastbare meerwaarde is dan 30 euro (150-120).
- Scenario 2: Op 31 december 2025 zijn de aandelen 80 euro waard. U verkoopt ze in 2026 voor 90 euro. U betaalt geen meerwaardebelasting omdat de aankoopkoers (100) hoger ligt dan de verkoopprijs (90).
- Scenario 3: Op 31 december 2025 zijn de aandelen 80 euro waard. U verkoopt ze in 2031 voor 90 euro. U betaalt meerwaardebelasting op 10 euro (90-80), omdat na 2030 altijd de koers van 31 december 2025 wordt genomen als aankoopkoers.
4. Wat bij gespreide aankopen?
Als u belegt via een fondsenspaarplan of hetzelfde aandeel op verschillende momenten koopt, wordt bij verkoop het FIFO-principe (First In, First Out) toegepast. Dit betekent dat de eerst gekochte aandelen of fondsen als eerste worden verkocht.
Voor aankopen vóór 31 december 2025 wordt een gemiddelde van de aankoopkoersen genomen om te bepalen of die hoger lag dan de koers op 31 december 2025.
Voorbeeld:
- 2026: Aankoop 20 ETF's aan 100 euro
- 2027: Aankoop 20 ETF's aan 120 euro
- 2028: Verkoop 20 ETF's aan 130 euro
- Meerwaarde: (20 x 130 - 20 x 100) = 600 euro (FIFO-methode)
5. Hoe betaal ik de belasting?
Voor bancaire en verzekeringsproducten bij Belgische banken of verzekeraars zal de financiële instelling standaard de belasting inhouden bij verkoop. U kunt echter kiezen voor een 'opt-out', waarbij de bank de belasting niet afhoudt. In dat geval moet u de meerwaarden aangeven in uw belastingaangifte. De bank bezorgt dan een fiscaal attest aan de fiscus.
Voor meerwaarden die niet automatisch belast worden, zoals bij buitenlandse banken, brokers, cryptobeleggingen of fysiek goud, moet u altijd zelf aangifte doen.
6. Hoe werkt de vrijstelling?
Als belegger heeft u recht op een jaarlijkse vrijstelling van 10.000 euro (jaarlijks geïndexeerd). Als u deze vrijstelling niet (volledig) gebruikt, kan het ongebruikte deel met 1.000 euro per jaar stijgen, tot maximaal 15.000 euro na vijf jaar.
De vrijstelling kunt u alleen benutten door aangifte te doen van uw meerwaarden in uw belastingaangifte. De bank houdt hier geen rekening mee bij de inhouding van de belasting. Als uw totale meerwaarden lager zijn dan de vrijstelling, krijgt u de betaalde belasting terug. Ligt het bedrag hoger, dan recupereert u de belasting op het vrijgestelde deel.
Voorbeeld: U realiseert in 2026 een meerwaarde van 5.000 euro op een beleggingsfonds bij uw bank.
- Scenario 1: Uw bank houdt de meerwaardebelasting in. Als u de meerwaarde aangeeft, recupereert u de belasting op de 5.000 euro.
- Scenario 2: U kiest voor een opt-out. Uw bank houdt geen belasting in. U geeft de 5.000 euro aan en betaalt geen belasting omdat dit onder de vrijstelling valt.
7. Kunnen we de vrijstelling als koppel verdubbelen?
Voor gehuwden onder het wettelijk stelsel of gemeenschap van goederen kunnen de vrijstellingen worden opgeteld. Als koppel heeft u dan recht op maximaal 30.000 euro vrijstelling (2 x 15.000 euro), ook als de meerwaarde volledig gerealiseerd wordt via de rekening van één partner.
Bij huwelijken met scheiding van goederen of wettelijk samenwonenden geldt de vrijstelling per persoon en kunnen deze niet worden samengeteld.
8. Wat met minwaarden?
Minwaarden die u bij verkoop realiseert, kunt u aftrekken van de meerwaarden in hetzelfde jaar. Let op: minwaarden kunnen alleen in mindering worden gebracht van meerwaarden in hetzelfde kalenderjaar. Ze kunnen niet worden overgedragen naar volgende jaren.
Minwaarden die u vóór 31 december 2025 heeft opgebouwd, kunnen niet worden gebruikt. De aftrek van minwaarden verloopt via de belastingaangifte en moet u zelf aangeven.
Voorbeeld: U kocht in 2015 een aandeel aan 100 euro. Op 31 december 2025 is het nog 20 euro waard. U verkoopt het in 2026 aan 10 euro. U kunt in 2026 een minwaarde van 10 euro (20-10) in mindering brengen van uw meerwaarden via uw belastingaangifte.
9. Kan ik de belasting optimaliseren?
Er zijn enkele strategieën om de meerwaardebelasting te optimaliseren:
- Spreid uw verkopen over meerdere jaren: Door jaarlijks een deel van uw portefeuille te verkopen, kunt u optimaal gebruik maken van de jaarlijkse vrijstelling. Wie gedurende vijf jaar de vrijstelling van 10.000 euro gebruikt, kan zo 50.000 euro aan meerwaarden vrijstellen.
- Verkoop verliesposities: Door verliesposities te verkopen, kunt u de minwaarden in rekening brengen en zo de belastbare basis verlagen.
Voorbeeld: U heeft een portefeuille die eind 2025 50.000 euro waard is. In 2028 verkoopt u deze voor 80.000 euro, wat een meerwaarde van 30.000 euro oplevert. Met een vrijstelling van maximaal 15.000 euro betaalt u dan 1.500 euro meerwaardebelasting.
Alternatief: u verkoopt elk jaar een derde van uw portefeuille, waardoor u jaarlijks 10.000 euro meerwaarde realiseert. Door de jaarlijkse vrijstelling te benutten, betaalt u dan geen meerwaardebelasting.
10. Wat met het aanmerkelijk belang?
Voor investeerders met een belang van minstens 20 procent in een onderneming geldt een gunstigere regeling.
Er is een vrijstelling van 1 miljoen euro, die vijfjaarlijks kan worden gebruikt. Boven die drempel is er een getrapte belasting:
- Tot 1 miljoen euro: vrijgesteld
- 1 miljoen tot 2,5 miljoen euro: 1,25%
- 2,5 miljoen tot 5 miljoen euro: 2,5%
- 5 miljoen tot 10 miljoen euro: 5%
- Boven 10 miljoen euro: 10%
Het belang van 20 procent wordt strikt per persoon geïnterpreteerd. Familiebelangen mogen niet worden samengeteld, en het moet gaan om een belang van 20 procent op het moment van verkoop.
Conclusie
De nieuwe meerwaardebelasting brengt een belangrijke verandering in het Belgische fiscale landschap. Voor ondernemers en investeerders is het essentieel om goed te begrijpen hoe deze belasting werkt en welke strategieën kunnen worden toegepast om deze te optimaliseren.
Bij TaxCalCul staan we klaar om u persoonlijk advies te geven over hoe u het beste kunt omgaan met deze nieuwe belasting, rekening houdend met uw specifieke situatie. Neem gerust contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek.
Disclaimer: Deze informatie is gebaseerd op de huidige stand van zaken en kan nog wijzigen. Het wetsontwerp moet nog definitief worden goedgekeurd. Voor persoonlijk advies raden wij u aan contact op te nemen met onze adviseurs.


