Xerius Update 31/03/2021

Vorige week werd het dubbele overbruggingsrecht voorzien voor maart en april naar aanleiding van de verstrengde maatregelen.

Gisteren is de overheid op die beslissing terug gekomen.

Toch geen dubbel overbruggingsrecht voor niet-essentiële winkels op afspraak.         

Waar heb je dan wel recht op?

  • Verplicht gesloten en geen activiteiten meer = dubbel OR
  • Minstens 60% afhankelijk van een verplicht gesloten sector en geen activiteiten meer = Dubbel OR
  • Minstens 60% afhankelijk van een verplicht gesloten sector, maar wel nog activiteiten (bv. Click and collect) = 2e pijler 40% omzetdaling
  • Niet verplicht gesloten en werkt nog op afspraak = 2e pijler 40% omzetdaling
  • Je kunt aantonen dat het voor jou onmogelijk is om op afspraak te werken = Dubbel OR
  • Niet verplicht gesloten sectoren = 2e pijler 40% omzetdaling

Wat als je al enkele dagen via afspraak werkte? 

In dat geval heb je voor de maand maart geen recht op de dubbele uitkering. Mogelijk kom je wel in aanmerking voor de enkele uitkering overbruggingsrecht omwille van omzetdaling.  
Hou je in april de deuren volledig gesloten? Dan kan je voor april de dubbele uitkering aanvragen. Let op dit is enkel voor de sectoren die maatregelen werden opgelegd.

Alleen de zelfstandigen die wel open mogen blijven, maar om praktische redenen niet op afspraak, maar enkel via click and collect of levering aan huis kunnen werken, hebben wel recht op het dubbele overbruggingsrecht in maart en april. Dit kan zo aangegeven worden in het webformulier.

Dit alles nog onder voorbehoud, in afwachting op de nota.

Praktisch:
Degene die een aanvraag 2 de  pijler hadden gedaan, en ondertussen zelf al een aanvraag dubbel OR deden zijn onderschept. Voor deze is de aanvraag 2 de  pijler geannuleerd, en de aanvraag dubbel OR gevalideerd.
Aangezien het dubbel overbruggingsrecht onterecht is zullen wij de aanvragen voor de maanden maart en april annuleren en vragen we om een nieuwe aanvraag (2 e  pijler) in te dienen.
Hier spreken we over degene die in de aanvraag aangeduid hebben ‘detailhandel of  niet essentiële winkels’.

Deze aanpak moet nog goedgekeurd worden. Wij raden dan ook aan om voorlopig niks te doen tot onze webformulieren zijn aangepast. Deze staan klaar, maar wij moeten wachten op de officiële nota om dit te laten doorstromen.

Toepassing van het derde luik van de tijdelijke crisismaatregelen – Opvang van kinderen

A)     Sluiting van de scholen 

De opvang van kinderen ten gevolge van de sluiting van de lagere en middelbare scholen (paasvakantie) -> ok voor de aanvraag pijler 3 van de tijdelijke crisismaatregelen.

Deze 5 dagen waarin de scholen gesloten zijn, worden beschouwd als een onderbreking van de activiteit gedurende 7 opeenvolgende kalenderdagen, d.w.z. van 29 maart tot en met 4 april 2021. Indien zij achtereenvolgend worden opgenomen, worden zij, op basis van de feitelijke omstandigheden (onderbreking van 7 opeenvolgende kalenderdagen verspreid over twee maanden), in aanmerking genomen, ook al betreffen het geen 7 kalenderdagen in één kalendermaand.

B)     Kleuterscholen en kinderdagverblijven die open blijven 

  • De opvang van kinderen ten gevolge van de oproep om kinderen thuis te houden van de kleuterschool voor de periode 29/03/2021 – 4/4/2021. à ok voor de aanvraag pijler 3 van de tijdelijke crisismaatregelen.

    Indien zij achtereenvolgend worden opgenomen, worden zij, op basis van de feitelijke omstandigheden (onderbreking van 7 opeenvolgende kalenderdagen verspreid over twee maanden), in aanmerking genomen, ook al betreffen het geen 7 kalenderdagen in één kalendermaand.
  • De opvang van kinderen ten gevolge van de oproep om kinderen thuis te houden van het kinderdagverblijf voor de periode van 29/03/2021 – 18/04/2021 à ok voor de aanvraag pijler 3 van de tijdelijke crisismaatregelen.

    Dit voor de dagen waarop het kind normaal ingeschreven is voor de opvang en waarop hij zelf instaat voor de opvang.


C)     Geannuleerde sport- en vakantiekampen tijdens de Paasvakantie 

De zelfstandige die, als gevolg van de volledige of gedeeltelijke annulatie van een vakantiekamp of een buitenschoolse opvang in georganiseerd verband, tijdens de Paasvakantie een minderjarig kind dat met hem samenwoont zelf moet opvangen, kan voor de dagen waarop hij instaat voor de opvang van het kind ook aanspraak maken op de financiële uitkering in het kader van de tijdelijke crisismaatregel overbruggingsrecht – derde luik. Hier geldt wel de voorwaarde dat het kind ten laatste op 18 maart 2021 ingeschreven was voor het kamp of voor de georganiseerde buitenschoolse opvang die werd geannuleerd.

Opgelet : Er wordt bovendien herinnerd aan het feit dat, in alle bovenstaande situaties, het daarbij belangrijk is dat het gaat om een daadwerkelijke en volledige onderbreking van de zelfstandige activiteit. Zelfstandigen die hun activiteiten van thuis uit kunnen organiseren, komen in beginsel niet in aanmerking.

Aanvraag overbruggingsrecht 3 e  pijler:

Gelieve nog te wachten met de aanvraag van deze pijler tot onze webformulieren aangepast zijn. Bedankt voor het geduld.

Vlaams Beschermingsmechanisme 5:

Aanvraagtermijn tot 30/04/2021

Hierbij de links voor manuele aanvraag van het Vlaams Beschermingsmechanisme 5.

Bericht minister Hilde Crevits: “Gegeven de samenloop qua timing met de BTW-aangifte zal de minister aan de Vlaamse regering voorstellen de aanvraagperiode te verlengen van 15 april tem 30 april. De minister vindt het wel essentieel dat de cijferberoepen er alles aan doen om de VBM-aanvragen zo snel als mogelijk uit te voeren in het belang van de ondernemers. Deze langere aanvraagperiode mag niet tot gevolg hebben dat ondernemers langer op hun centen moeten wachten.

Het globalisatiemechanisme:

  • Voor wie:
  • Ondernemingen met een omzetverlies van minstens 60% over de periode 01/04/20 – 31/12/20ten opzichte van dezelfde periode 2019.
  • De onderneming heeft een boekhoudkundig verlies voor aftrek van belastingen over de periode 01/04/20 – 31/12/20.
  • De onderneming heeft op 30/09/20 een actieve exploitatiezetel in het Vlaams Gewest en is gedurende het volledige kwartaal 2020/4 actief.
  • Eenmanszaken kunnen geen aanvraag indienen.
  • Het omzetverlies kan je aantonen via dagontvangsten, geleverde prestaties of tijdsregistratie. Starters tonen het omzetverlies aan op basis van een financieel plan.
  • De omzet van geleverde prestaties is minstens 450.000 euro (excl. btw en eenmalige inkomsten) over de periode 01/04/2019 – 31/12/2019.
  • Komen niet in aanmerking:
  • Onderneming bevindt zich in een rechtstoestand van stopzetting, ontbinding of faillissement;
  • Holdings-, management-, of patrimoniumvennootschappen;
  • Onderneming waarvan de zaakvoerder als bestuurder of vennoot verbonden is met een andere onderneming die de subsidie heeft ontvangen en waaraan zakelijke diensten worden verleent;
  • Ondernemingen die zich op 31/12/19 in moeilijkheden bevindt;
  • Krediet- en financiële instellingen onder toezicht van de Nationale Bank.
  • Bedrag:
  • De steun bedraagt 10% van de omzet, excl. btw, over de periode 01/04/19 – 31/12/19.
  • De steun wordt beperkt tot 70% (middelgrote ondernemingen) of tot 90% (kleine ondernemingen) van de niet-gedekte vaste kosten.
  • Reeds ontvangen premies via Vlaio worden in mindering gebracht van de globalisatiepremie (hinder-, compensatie- en/of ondersteuningspremie en Vlaams beschermingsmechanisme).
  • Het max. bedrag is afhankelijk:
  • Van de verruimde tewerkstelling en de omzet over de periode 01/04/19 – 31/12/19
Verruimde tewerkstelling Omzetdaling 60 % – 69% Omzetdaling 70% – 89% Omzetdaling > 90%
1 tot 4 werknemers € 15.000 € 30.000 € 50.000
5 tot 19 werknemers € 25.000 € 50.000 € 100.000
20 tot 49 werknemers € 50.000 € 100.000 € 250.000
50 tot 199 werknemers € 250.000 € 500.000 € 1.000.000
> 199 werknemers € 500.000 € 1.000.000 € 2.000.000
  • Van de minimale RSZ-tewerkstelling, de minimale omzet en de omzetdaling over de periode 01/04/19 – 31/12/19
  • Aanvraag:
  • Deze premie vraag je aan van 01/04 – 30/09 via de website van Vlaio.

Bron:  Xerius

door TaxCalCul 31 augustus 2025
De recente wijzigingen in de fiscale behandeling van hybride bedrijfswagens zorgen voor nieuwe mogelijkheden voor bepaalde ondernemers. Als boekhoudkantoor met ruim 40 jaar ervaring zetten we de belangrijkste punten voor u op een rij. Voor wie is de nieuwe regeling bedoeld? De nieuwe fiscale gunstmaatregelen voor plug-inhybrides zijn specifiek gericht op zelfstandigen en eenmanszaken in de strikte zin van het woord . Concreet betekent dit: U bent een natuurlijk persoon met een btw-nummer U bent onderworpen aan de personenbelasting U heeft uw activiteiten niet ondergebracht in een vennootschap Dit is een belangrijke beperking: ondernemers die werken via een BV, commanditaire vennootschap of managementvennootschap vallen buiten deze regeling. Volgens schattingen van Febiac zijn er ongeveer 190.000 zelfstandigen met een fossiele bedrijfswagen die in aanmerking komen voor deze nieuwe regels. Wat houdt de fiscale gunstregeling precies in? Voor nieuwe bestellingen in 2025 De nieuwe regeling brengt de hybride bedrijfswagen terug in het fiscale landschap. Vanaf 1 januari 2026 zijn hybride auto's opnieuw fiscaal aftrekbaar als bedrijfswagen, met een maximale aftrek die kan oplopen tot 100%, afhankelijk van de CO2-uitstoot: Hybrides met een CO2-uitstoot tot 75 gram per kilometer: aftrekbaar tot 100% Hybrides met een CO2-uitstoot boven 75 gram per kilometer: maximaal 75% aftrekbaar Let op: verandering in uitstootcijfers Hier schuilt echter een belangrijk aandachtspunt. Autofabrikanten moeten voor eind 2025 hun uitstootcijfers aanpassen aan de nieuwe Euro6e-bis norm. Deze aanpassing zal leiden tot een verdubbeling of zelfs verdrievoudiging van de uitstootcijfers, vooral bij hybride voertuigen. De exacte cijfers zullen pas eind dit jaar bekend zijn. Afbouw van de fiscale voordelen De nieuwe regeling is niet permanent: Vanaf 1 januari 2027 daalt het maximale aftrekpercentage voor nieuwe hybride bedrijfswagens met een uitstoot tot 50 gram CO2/km van 100% naar 95% Daarna daalt de maximale aftrek jaarlijks verder Na 31 december 2029 genieten nieuw bestelde hybrides geen enkele aftrek meer Hoe zit het met de tankkaart? De fiscale behandeling van de energiekosten voor uw hybride bedrijfswagen is als volgt: Elektriciteitskosten : De kosten voor het opladen van de batterij via laadpassen blijven tot eind 2026 volledig (100%) aftrekbaar. In 2027 daalt dit percentage naar 95%. Brandstofkosten : De aftrekbaarheid van de tankkaart voor benzine en diesel wordt sterk beperkt. De 50% aftrek tot eind 2027 geldt alleen nog voor auto's die vóór eind 2025 zijn besteld. Voor auto's besteld vanaf 1 januari 2026 zijn de fossiele tankkaarten niet meer aftrekbaar. Dit betekent dat het regelmatig opladen van uw hybride wagen fiscaal steeds belangrijker wordt. De oplaadkabel ongebruikt in de kofferbak laten liggen wordt een kostbare zaak. Wat als u onlangs een hybride bedrijfswagen heeft aangeschaft? Voor zelfstandigen met een eenmanszaak die vóór 31 december 2025 een hybride bedrijfswagen hebben besteld, blijft de huidige regeling van kracht. U kunt dit jaar blijven genieten van 75% aftrekbaarheid van de autokosten. Deze aftrekbaarheid wordt tot 2028 gedurende de hele gebruiksperiode vastgezet op 75%. Welke hybride wagens komen in aanmerking? Niet alle hybride voertuigen komen in aanmerking voor de gunstige fiscale behandeling. Alleen plug-inhybrides - auto's die zowel over een verbrandingsmotor als over een elektromotor beschikken én waarvan de batterij van buitenaf kan worden opgeladen - vallen onder de regeling. Bovendien moet u opletten voor 'valse hybrides'. Een auto wordt als 'valse hybride' beschouwd als: De auto per 100 kg autogewicht minder dan 0,5 kWh aan batterijcapaciteit heeft De CO2-uitstoot meer dan 200 gram per kilometer bedraagt Deze 'valse hybrides' krijgen een extra hoge fiscale CO2-uitstoot aangerekend, waardoor een groot deel van de fiscale aantrekkelijkheid wegvalt. Conclusie: wat betekent dit voor u als ondernemer? De nieuwe fiscale regeling voor hybride bedrijfswagens biedt zeker kansen voor zelfstandigen in eenmanszaken. Echter, gezien de beperkte doelgroep, de aankomende wijzigingen in uitstootcijfers en de geleidelijke afbouw van de voordelen, is het belangrijk om een weloverwogen beslissing te nemen. Bij TaxCalCul adviseren wij u graag persoonlijk over de fiscale implicaties voor uw specifieke situatie. Wilt u weten of u in aanmerking komt voor deze regeling en wat de concrete voordelen voor u kunnen zijn? Neem dan contact met ons op voor een vrijblijvend adviesgesprek. Disclaimer: Deze informatie is gebaseerd op de huidige stand van zaken. De definitieve regeling kan nog wijzigen tot de stemming en publicatie in het Staatsblad.
door TaxCalCul 22 augustus 2025
Als ondernemer wilt u natuurlijk optimaal profiteren van de vruchten van uw harde werk. Maar hoe haalt u op een fiscaal slimme manier geld uit uw vennootschap? In deze blogpost zetten we de meest voordelige mogelijkheden voor u op een rij. Waarom een vennootschap fiscaal interessant blijft Steeds meer ondernemers in de regio Antwerpen en het Waasland kiezen voor een managementvennootschap. De belangrijkste reden? Het fiscale voordeel. Met de verlaging van de vennootschapsbelasting naar 25% (en zelfs 20% voor de eerste €100.000 winst onder bepaalde voorwaarden) is dit aanzienlijk gunstiger dan de personenbelasting, waar al snel 53,5% van uw inkomen wordt afgeroomd, plus tot 20,5% socialezekerheidsbijdragen. Bovendien is een belangrijke drempel weggevallen: voor een besloten vennootschap (BV) is geen verplicht minimumkapitaal meer nodig. Tien fiscaalvriendelijke manieren om geld uit uw vennootschap te halen 1. Dividenduitkering met verlaagd tarief De meest directe manier om winst uit uw vennootschap te halen is via dividenden. Standaard worden deze belast aan 30%, maar via het VVPR-bis-regime kunt u vaak genieten van een verlaagd tarief van 15%. Let op: Er geldt een wachttermijn van drie jaar voordat u van dit voordelige tarief kunt genieten De regeling is alleen van toepassing op kapitaal ingebracht na 30 juni 2013 Heeft u al langer een vennootschap? Dan is het systeem van de liquidatiereserve mogelijk interessanter 2. Liquidatiereserve: nu nog voordeliger Met een liquidatiereserve kunt u winst fiscaalvriendelijk opzij zetten. U betaalt eenmalig 10% belasting op de in aanmerking komende winst van het boekjaar, bovenop de gewone vennootschapsbelasting. Bij stopzetting van uw vennootschap kunt u deze reserve belastingvrij uitkeren. Goed nieuws: De regering heeft besloten dat u deze reserves nu al na drie jaar kunt uitkeren tegen 6,5% roerende voorheffing (in plaats van na vijf jaar tegen 5%). Deze maatregel is sinds 1 juli 2025 van kracht. U kunt dus nu al kiezen: ofwel dividenden uitkeren tegen 6,5% roerende voorheffing na drie jaar, ofwel nog twee jaar wachten en 5% betalen. Voor nieuw aangelegde reserves geldt alleen het nieuwe regime met drie jaar wachttijd en een tarief van 6,5%. 3. Kapitaalvermindering: deels belastingvrij Een kapitaalvermindering is een derde mogelijkheid om geld uit uw vennootschap te halen. Het voordeel is dat een deel zonder roerende voorheffing kan worden uitgekeerd. Let wel op: sinds 2018 is dit niet meer volledig belastingvrij. U betaalt roerende voorheffing pro rata de verhouding van belaste reserves tegenover het kapitaal. 4. Vastgoed financieren via uw aanvullend pensioen Wist u dat u als zelfstandige of bedrijfsleider vastgoed kunt kopen met het geld dat u gespaard hebt via uw aanvullend pensioen? Via het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) of een Individuele Pensioentoezegging (IPT) kunt u fiscaal voordelig sparen. Het grote voordeel: u kunt een deel van deze gelden als voorschot gebruiken voor de aankoop van onroerend goed in België of elders in Europa. De intresten die u op deze voorschotten betaalt, kunnen lager liggen dan bij een traditionele hypothecaire lening. 5. Lening aan uw vennootschap via rekening-courant Als bedrijfsleider kunt u een lening toekennen aan uw vennootschap via uw rekening-courant. Voor deze lening of vordering ontvangt u intresten waarop u 30% roerende voorheffing betaalt. Dit is voordeliger dan uzelf loon uitbetalen, want daarop gelden de hogere tarieven van de personenbelasting plus sociale bijdragen. Voor uw vennootschap zijn de intresten bovendien aftrekbaar van de belastbare winst, in tegenstelling tot dividenden. Zorg er wel voor dat het geleende bedrag en de intresten proportioneel zijn, anders kan de fiscus die intresten alsnog als dividend beschouwen. 6. Forfaitaire onkostenvergoeding Zelfstandigen die regelmatig op verplaatsing gaan, kunnen aanspraak maken op een belastingvrije onkostenvergoeding voor binnenlandse dienstreizen. Dit kan op basis van werkelijke kosten of via bepaalde forfaits (maand- of dagvergoeding). Ook voor thuiswerk of wagenkosten kunt u forfaitaire vergoedingen uitbetalen, wat een fiscaal interessante aanvulling op uw inkomen kan zijn. 7. Opties of warranten Een minder bekende maar fiscaal interessante techniek is het toekennen van aandelenopties of warranten aan uzelf via uw vennootschap. Deze financiële instrumenten geven u het recht om aandelen te kopen tegen een vooraf vastgestelde prijs. Het voordeel: de toekenning wordt forfaitair belast tegen 18% tot 23% van de waarde van de onderliggende aandelen. Na een jaar kunt u de opties uitoefenen, en de eventuele meerwaarde bij verkoop van de aandelen is onbelast. 8. Maaltijd- en/of ecocheques Maaltijd- en ecocheques zijn niet onderworpen aan belastingen of sociale bijdragen, wat ze tot een fiscaalvriendelijk onderdeel van uw verloning maakt. Ze zijn weliswaar niet aftrekbaar in de vennootschapsbelasting, maar blijven een interessante optie. 9. Verhuren aan uw vennootschap Heeft u een werkplek in uw privéwoning? Dan kunt u deze verhuren aan uw vennootschap. Op de huurinkomsten mag u een kostenforfait van 40% aftrekken, waardoor slechts 60% belast wordt in de personenbelasting. Opgelet: De huurprijs moet marktconform zijn. Bij een excessieve huurprijs kan de fiscus deze herkwalificeren als loon, waarop personenbelasting en sociale bijdragen verschuldigd zijn. 10. Vergoeding bestuurder (tantième) Tot slot kunt u uzelf vanuit de vennootschap een tantième uitkeren als beloning voor geleverde prestaties. Het voordeel is dat deze kosten aftrekbaar zijn voor de vennootschap, en dat de tantième vaak een jaar later belast wordt in de personenbelasting, wat uitstel van belasting betekent. Persoonlijk advies op maat Bij TaxCalCul begrijpen we dat elke onderneming uniek is. Met meer dan 40 jaar ervaring in boekhouding, accountancy en vennootschapsrecht helpen wij u graag bij het maken van de juiste keuzes om fiscaal optimaal te profiteren van uw harde werk. Disclaimer: Dit artikel is informatief van aard en bevat algemene informatie. Voor specifiek advies toegespitst op uw situatie raden wij aan contact op te nemen met een van onze adviseurs. De fiscale regelgeving kan wijzigen, dus raadpleeg altijd een professional voor de meest actuele informatie.
door TaxCalCul 11 augustus 2025
Als ondernemer met een vennootschap wilt u natuurlijk op de meest fiscaal voordelige manier geld uit uw bedrijf halen. De liquidatiereserve is daarbij een waardevol instrument. Maar let op: de spelregels veranderen binnenkort. In deze blogpost leggen we uit wat dit voor u betekent en of het interessant kan zijn om opgebouwde liquidatiereserves sneller uit te keren.
Laad meer berichten